Zwingedicht

Een zeemeermin aan de monding van het Zwin

(het grauwe zeegat op de grens

van West- en Zeeuws-Vlaanderen)

 

                                                                                                                                                                                                                         Foulez avec moi cet immense tombeau

                                                                        de l’estuaire du Zwyn.                         

Michel de Ghelderode, Visages et paysages de la Flandre maritime

 

De wolken zijn tot ver voorbij Groede,

Lapscheure en Moerkerke omlaag gejaagd. 

Slechts af en toe spat een vlaag boegwater

over de rubberboot die over de branding glijdt.   

 

Aangemeerd aan het rietachtige zeegras

op het drijfzand van het getijdenland

zie ik hoe de fuut en de fuutkoet

hier moeten broeden en foerageren.

 

Ik zoek naar wulken uit het verzonken Wulpen

en hoor een plons: in de zwarte blubber staat

een vrouw met een wetsuit aan, een vloedvrouw

of een zeemeermin met een kajak onder haar arm.

 

Verlaat zij dit reservaat? Komt zij uit een ballade?

Paddelt zij zo parmantig naar het zondige Londen?

Te laat; als een niet meer te redden drenkelinge,

drijft zij weg, gehuld in haar boot, als in een wade.

 

 

Hendrik Carette

 

Voorstelling

Hendrik Carette (°Brugge, 1946) is geen ambteloos burger, maar woont en werkt in Brussel. Meer bepaald in Schaarbeek, waar ook Michel de Ghelderode, l’enragé de Schaerbeek, lange jaren heeft gewoond en gewerkt.

Hendrik Carette is een dichter, maar schrijft ook nog kritieken, essays en aforismen. Hij is een gevreesd polemist en vertaalde gedichten van Henri Michaux en Christian Dotremont in het Nederlands. Hij schrijft columns voor het maandblad Meervoud en is o.m. medewerker aan Ons Brussel, Poëziekrant, NieuwZuid, Septentrion en Het Liegend Konijn.

In Nederland publiceerden zowel de tijdschriften Gedicht (het nr. 6 van 1976) als Maatstaf (nr. 9, jaargang 44 van 1996) telkens 3 gedichten.

In de beruchte bloemlezing van Gerrit Komrij De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten (Uitg. Bert Bakker) is hij present met drie gedichten en ook in het schitterende kijkboek Misschien het tedere begrijpen. Dichter bij Kunst van Jos en Maurits Smeyers (Davidsfonds/Literair, 1999) staan twee van zijn beeldgedichten naast werken van Fernand Khnopff en Paul Delvaux.

Gedichten van Hendrik Carette werden vertaald in het Duits (Lyrik seit 1960,Westfalen-Westflandern, Eine zweisprachige Anthologie, Münster : Kleinheinrich, 1989), het Catalaans, het Servo-Kroatisch en recentelijk in het Fries.