Zwingedicht

Een zeemeermin aan de monding van het Zwin

(het grauwe zeegat op de grens

van West- en Zeeuws-Vlaanderen)

 

                                                                                                                                                                                                                         Foulez avec moi cet immense tombeau

                                                                        de l’estuaire du Zwyn.                         

Michel de Ghelderode, Visages et paysages de la Flandre maritime

 

De wolken zijn tot ver voorbij Groede,

Lapscheure en Moerkerke omlaag gejaagd. 

Slechts af en toe spat een vlaag boegwater

over de rubberboot die over de branding glijdt.   

 

Aangemeerd aan het rietachtige zeegras

op het drijfzand van het getijdenland

zie ik hoe de fuut en de fuutkoet

hier moeten broeden en foerageren.

 

Ik zoek naar wulken uit het verzonken Wulpen

en hoor een plons: in de zwarte blubber staat

een vrouw met een wetsuit aan, een vloedvrouw

of een zeemeermin met een kajak onder haar arm.

 

Verlaat zij dit reservaat? Komt zij uit een ballade?

Paddelt zij zo parmantig naar het zondige Londen?

Te laat; als een niet meer te redden drenkelinge,

drijft zij weg, gehuld in haar boot, als in een wade.

 

 

Hendrik Carette