Elegie voor Fernand Florizoone
Noodlottigheden om ons heen
De Franse grens achter Adinkerke werd gesloten,
de moeren werden bedolven onder beton
grind en steenslag.
De kusttram reed al lang niet meer door de duinen
want de regen overviel al weken
de dreven en de aardewegen.
We aten kokkels en zeepokken in Koksijde
en boterhammen met oud smout
want de groensels waren zwart geworden.
De zee en het zeewater vloeiden over de dijk
en de vrouwen werden groene zeemeerminnen
of geblondeerde heksen in Nieuwpoort op de pier.
De verlaten villa’s, bungalows en lege flatgebouwen
werden belegerd of gekraakt
door giftige kwade kabouters
en boeken werden verfrommeld als doorweekt papier.
Hendrik Carette