Portret van E.M. Cioran

Cioran

Ik lees Cioran. Al heel lang. Hij was een voormalig
lid van het Legioen want hij had een Karpatenkop.
Hij leefde als een monnik in een mansarde
in Parijs en als hij niet slapen kon wandelde
hij ’s nachts door het Luxembourg. Nachtenlang.

Hij schreef veel maar was geen saaie schrijver
en was ook geenszins een flauwe fletse filosoof
maar de maker van zeer explosieve paradoxen.
Geen bogomil en geen boeddhist, geen nihilist
en geen hystericus. Hij was een man van de gnosis.

En bovenal; hij vond dat God heel veel te danken
had aan de hemelse muziek van Johann Sebastian.

Hendrik Carette

Walvisgedicht

Ode aan het oceanische leven

Op de rug van mijn glanzende bultrug reed ik
als een jonge surfer
op de veel te wilde golven
van een hoog gestegen oceaan.

Mijn balein en ik dreven
lang op het water en doken dan plots
naar de abyssale diepten
waar wij ademden als op aarde.

De zeven continenten waren verzonken
en de zeven wereldzeeën
vormden een nieuwe wijde wereld.

Alleen de koude eilanden van de Aleoeten
en hier en daar een atol bleven bestaan.

Hendrik Carette