Over God en alle anderen
Waar verborg de wereldgeest deze nacht zijn voorraad dromers?
Fleur Jaeggy, De waterstandbeelden
Eric Min heeft een monument opgericht. Dit monument is zijn boek Zwart licht (Kalmthout: Pelckmans, 2023) over de anarchisten in België rond 1900. Het is een prachtig monument waarin het wemelt van de vrijmetselaars, vrijdenkers, anarchisten en atheïsten rondom figuren als Jacques Menil (pseudoniem van de Brusselaar Jacques Dwelshauvers), de Franse geograaf Elisée Reclus en de Nederlandse wiskundeleraar Henri Roorda van Eysinga. Ook de cultuurpaus August Vermeylen vermeide zich in deze kringen van de Franstalige Brusselse bourgeoisie. En de illustrerende foto’s en historische documenten zijn uniek.
*
De nieuwe dichtbundel Balts (Amsterdam: De Arbeiderspers, 2023)van Luuk Gruwez
was voor mij toch een aangename literaire verrassing want de bundel bevat een groot aantal sterke gedichten die getuigen van een scherp observatievermogen (cfr. ‘Kerkhofje te Beauvoorde’, een diepmenselijke empathie (‘Over het ontbreken van een voet’) een rijk taalvermogen (‘Kennismaking’) en altijd een latente of openlijke zin voor humor (‘De boeren boeren’). De meeste gedichten zijn eerder lang en breed en getuigen ook van een onverwoestbare epische kracht waarbij vooral het gedicht ‘Psalm voor afvalligen’ opvalt.
*
Bijna verborgen in het struikgewas van het Josaphatpark in Schaarbeek staat een buste ter herinnering aan de ooit zo bekende Nestor de Tière (Eine, 1856 – Brussel, 1920). Geen enkel nationaal of lokaal theater in de Lage Landen voert nog een toneelstuk of een eenakter op van deze toentertijd zo beroemde toneelschrijver.
*
God woont nog altijd in Frankrijk, maar al jaren niet meer in Parijs of in de grote Franse steden. Hij woont nu aan de kusten van Bretagne en Normandië. Zo kan hij altijd op tijd vluchten naar het zeer katholieke Ierland.
*
Christophe Vekeman met zijn mooie cowboyhoed was even op het Griekse eiland Patmos om aldaar de Openbaring van Johannes te lezen. Ten minste één collega die zijn klassiekers kent.
*
De meeste van mijn vrienden zijn al dood omdat zij helaas niet onsterfelijk waren. De laatste gestorvene in een lange rij van doden was en is helaas Mark van Tongele.
*
Zonder Zorro en Emiliano Zapata zou het leven in Mexico zeer saai zijn.
*
Laten we niet gaan wenen in Wenen waar ooit de wereldgeest in de Weense koffiehuizen en in de apotheken woonde. Voor de Weense satiricus Karl Kraus was een dichter die leest als een kok die eet.
*
Zondagmorgen op de Nederlandse televisie hoorde ik een mooie uitdrukking die ik niet kende: Je moet niet willen trekken aan een dood paard.
*
De Argentijn Borges vond pas laat in zijn leven de liefde in de persoon van Maria Kodama.
Gelukkig had hij toen al een groot aantal fantastisch goede boeken geschreven. Verleden jaar (2023) in maart overleed ook zij als de weduwe van de beroemde man.
*
Alain Delmotte werd recentelijk voorzitter van de V.V.L. De Kortrijkzaan die zijn provincie West-Vlaanderen verliet en van wie het hele leven doordenkt is van de (vooral Franse) poëzie. Ik denk dan aan zijn dichtbundel Kleerscheuren (Kortrijk : Mayapan, 1991) waarin hij aantoonde dat hij helemaal geen warhoofd is maar een onverzettelijke poëzielezer. En Alain was ook de man die mij (of ons) wees op die toch wondermooie dagboeknotities van de Franse acteur en auteur Georges Perros onder de passende titel(s) Papiers collés. Ik geloof dat er drie delen zijn en het zijn echt boeken om dagelijks in te brevieren.
*
Ooit ontmoette ik de priesterlijke dichteres Christine D’haen en haar man in Brugge op de Markt in café ‘De Vier Winden’. Zij dronken in een stille maar grootse eenvoud een glas schuimend fris bier en aten samen een paar boterhammetjes uit een brooddoos. Ik besefte toen dadelijk dat dit eigenlijk de doos van Pandora was.
*
De Sinjaalprijs van De Tafelronde bestaat niet meer. Want na de dood van Paul de Vree verdween ook dit tijdschrift uit de literaire ruimte.
*
Ik ga alsnog een Leica (fototoestel) kopen omdat ook onze schrijvende en fotograferende herenboer Stijn Streuvels zo’n toestel had.
*
Niemand wordt zomaar iemand. Je moet van de kelder tot aan de zolder gaan.
*
Karl Kraus werd geboren in Noord-Bohemen in 1874 en werd onsterfelijk in Wenen tot hij daar stierf in het jaar 1936. Bij zijn dood zei Oskar Kokoschka : “Met de dood van Karl Kraus kwam het onafhankelijke denken in Oostenrijk ten einde.” (mijn vertaling)
Zijn tijdschrift ‘Die Fackel’ was een unieke editie. Tegen de journalisten en de journalistiek, tegen Heinrich Heine, tegen de oorlogszuchtigheid, tegen de domheid en de dommen. Slechts één citaat om zijn luciditeit en zijn humor even vluchtig aan te tonen en dit keer zonder vertaling: “Ich mische micht nicht gern in meine Privatangelegenheiten.” Een schitterende uitspraak voor alle roddelaars, valse profeten en andere ziekelijke therapeuten en psychiaters. En dan moet men nog bedenken dat Dr. Sigmund Freud daar als tijdgenoot ook in hetzelfde walsende Wenen woonde.
*
Mijn gedicht (een sonnet) over Robert Walser geniet meer en meer bijval. Maar ik zoek geen bijval. Ik zoek naar de waarheid en de feiten. En ik geniet van elke roman die deze Walser heeft geschreven in Zwitserland en daarbuiten. Bovendien heeft hij ook nog gedichten geschreven die in het Engels werden vertaald door Christoph Middleton.
*
De zeer geleerde en belezen Frans Boenders die in oktober 1966 aantrad als producer bij het derde Programma van de BRT is ook een rijk en rijp dichter, vertaler, causeur, inleider en wereldreiziger. Verleden jaar verscheen bij uitgeverij De Gebeten Hond te Harelbeke zijn dichtbundel Oude vorsten met als ondertitel in zeven toonaarden. Zijn rijmende gedichten in het Frans en het Nederlands kreunen soms onder de sombere hemels van de somberlanden maar de slotstrofe van het gedicht ‘Gedogen’, dat werd opgedragen aan zijn zus Marie-Louise, wil ik u allen absoluut niet onthouden:
Kijk niet zo beteuterd als had ik je getart!
We zijn maar wat beesten met een spraakvermogen :
drink en lach, nu ons de goden nog gedogen.
Hendrik Carette
Schaarbeek, 31 juli 2023