Lut de Block in de Poëziekrant
De Poëziekrant is zowat het Staatsblad of de Parochiekrant van de lezende dichters. Deze morgen (vrijdag 2 december) viel het weer in mijn smalle brievenbus want ik ben nog altijd een abonnee. En het is een sterk nummer (november-december 2022). Vooral dan door een nieuwe reeks van twaalf prozagedichten van de onverstoorbare en onnavolgbare dichteres Lut de Block onder de overkoepelende titel Meeuwenpraat. En ik citeer hier even het zevende gedicht onder de titel ‘Zweefkracht’. Maar eigenlijk zou ik ze alle twaalf willen citeren. Omdat ze zo goed zijn en zo fris en frappant. En ook soms sterk moraliserend, want het moge duidelijk zijn dat de meeuwen hier via haar scherpe stem spreken over de mensen en niet omgekeerd.
“Zwaartekracht kreeg je met de paplepel mee. Zet die opzij.
Negeer materie. Zorg dat je rugzak leeg is. Aardse zaken
horen bij de aarde. Focus op lichtheid. Het is de zweefkracht
die je nu omarmen moet. Of net niet. Bij omarming klamp je
je vast zodat de zwaarte weer vrij spel krijgt. Dat moet je mijden.
Leer licht en tomeloos te zijn. Vrij als een vogel in de lucht.
Je moet het ritme van je adem volgen en je bekwamen in zweven
zwermen, wervelen. Dat is het na te streven vogelperspectief.”
Chapeau. En meteen bedenk ik dat deze dichteres sinds de dood van Christine D’haen en Aleidis Dierick zeker één van onze betere dichteressen moet zijn. En wetende dat Lut de Block ook nog filosofie heeft gestudeerd verrast zij toch nog wanneer zij hier schrijft: Aardse zaken horen bij de aarde. Laten wij aan de kust en in het achterland van Vlaanderen waar de meeuwen schreeuwen luisteren naar deze maritieme muzenstem. Ze spreekt staccato en heeft het nodige vogelperspectief.
Hendrik Carette