Op weg naar Givet
Stroomafwaarts vanaf het frivole Dinant
reden we traag langs de brede Maas
met dat zwarte stilstaande water
voorbij een protserige villa, een houten chalet,
een rotsachtige cottage, een witte bungalow,
een orangerie bij een somber kasteel
en de half verbrokkelde ruïne
van wat eens een chique hotel was.
Ik dacht even aan de machtige kale kop
van de onvergetelijke Lodewijk van Deyssel
in zijn riante landhuis in Houffalize,
te midden van het nog niet gevelde geboomte
maar we naderden de verlaten straten
van de grensstad Givet of de Franse vinger
in de aars of het aarsgat van la petite Belgique.
Hendrik Carette