Het Duitse idealisme
voor Geert van Istendael
Na Kant en zijn godsbewijs werd Pruisen doordrongen
of omhuld door een dikke mist en nevel
en vanuit het oosten priemde de Pruisische geest
doorheen de dialectiek van Hegel.
In de salons van de protserige stenen huizen
en in de kleine heidehutten van plaggen
geloofden de jeugdigen met schillerkraag
in het bestaan van God en zelfs van Napoleon.
En buiten de esoterische tempels van de illuminaten
leidden de idealen van de idealisten
naar lange parades met fakkels en roffelende trommels
en uiteindelijk naar de schreeuw van de twintigste eeuw.
Hendrik Carette