Een zomeravond op het Ganzenhof
Krekels zingen het bekende krekellied
in de struiken. De bomen ruisen
en ik lig in de schaduw onder een hoge linde.
Smoor hangt boven de bekroosde vijver
met de fuiken en achter de zwarte slotgracht
staat de wit gekalkte poort van de boerenhoeve
met dat hoenderhof waar de ganzen waken.
Het is avond en een ronde pronte meid wast
zich uitbundig bij een gierende gietijzeren pomp.
Het is avond en ik hoor de kreet van de pauw
en langzaam ontvouwt de pauwenhaan
zijn staart en sleep van lange blauwe veren.
Hendrik Carette