Reis naar Virton

De lumineuze schilder Serge Largot in Virton

 

 

De schilder en dichter Serge Largot (geboren te Brugge in 1929 als Ernest Aerts) was na vele omzwervingen even terug in het land. Hij exposeerde  onlangs in Virton, de (kleine) hoofdstad van Le pays de Gaume,  en woont vlak over de Franse grens in Grandpré, in de geboortestreek van Arthur Rimbaud, waar hij ook een atelier bezit. Largot was bevriend met de Franse schilder Jean Bazaine, de experimentele dichter Ben Klein, met de dichter-monnik Adriaan Peel die zijn dichtbundel De heilige schuur uitgaf in de Lepel-reeks, met de razende dichter Marcel van Maele, met graaf Philippe d’Aerschot (zijn mecenas), met Sylvain Loccufier (Bruggeling en rector van de VUB van 1986-1990), met de dichter en essayist Erik van Ruysbeek, met de dichteres Irene van Kerckhoven met de schilder Kari Bert en met vele andere kleurrijke en al verdwenen of vergeten figuren uit de kunstwereld. Largot leeft dus nog en overleeft al zijn generatiegenoten door zijn sobere of karige levenswijze – hij rookt niet meer en drinkt al jaren geen alcohol meer – en allicht helpt dat zwerven (geen rusteloos reizen en geen vlucht van een voortvluchtige) Largot om niet te verstenen of te versterven in de zelfgenoegzaamheid van de vroeg of laat verburgerlijkte kunstenaar. De titel van deze tentoonstelling die liep tot 7 december van het voorbije rampjaar was dan ook : “Moi, Serge Largot, peintre vagabond.”   

 

Op maandag 10 november  reden wij (Marc Tiefenthal met zijn krachtige jeep en ik) dus door de beboste desolate Ardennen naar het verre Virton; naar de galerie Le Comble waar een veertigtal oude en nieuwe werken van de ondertussen oude meester (zijn hoge leeftijd belet hem niet om fris en monter alle mogelijke vragen te beantwoorden) werden verzameld. De inleider en tevens de man van de galerie Alain Rézette gaf om 18.00 uur een inleiding bestrooid met citaten van Charles Baudelaire en aan het eind van deze toespraak  begon Largot een verhaal over twee Duitse dichters en met name over ene Friedrich von Hardenberg… Ik dacht, wie zou dit zijn, tot ik plots besefte dat hij Novalis bedoelde… Er werd koele witte wijn en heldere Orval aangeboden en een dame vroeg mij uit welke stad ik kwam en ik zei : je suis un Brugeois et donc un Bourguignon…en Largot lachte als een gelukkig man. De titels van vele van zijn schilderijen (ik houd van mooie mysterieuze titels) zijn trouwens illustratief voor de belezenheid en gedrevenheid van deze Largot. ‘On se trouve chez Dostoïevski dans le sous-terrain (Onderaards)’, ‘Bonaire, cette petite île d’où émanent des odeurs d’amour’ (hij verbleef trouwens een lange tijd op dit eiland), ‘La Flandre raconte t’elle encore la même chose’,  ‘Cette route serait mon chemin de Damas?’, ‘Ce soir-là, la petite ville de Virton ne se sentait pas trop stressée’. 

Binnenkort ga ik hem opnieuw een bezoek brengen. Hij was de man die in de zestiger jaren van de vorige eeuw  Mallarmé (Divagations) las ; in het Frans natuurlijk en niet in een Nederlandse vertaling (vertalingen van Franse meesters is iets voor Hollanders die geen Frans kennen). Largot is een wonderlijke man, een fantast die tot op heden zeer helder van geest is gebleven en zijn eigen marginale weg gaat ver van de betreden paden en ver van de waan van de dag. De jongeren onder ons zouden meer moeten luisteren naar dit soort van oude wijze mannen die echt iets te vertellen hebben en die zonder subsidies en andere prebenden weten te leven en te werken. 

                                                                                                         Hendrik Carette  

Brandend actueel

Nieuwe belachelijke Belgische schande

 

De West-Vlaamse jonge vrouw Delfine Persoon (°Gits, 1985) die reeds diverse wereldtitels behaalde in de bokssport en trouwens ook haar diploma van regentes Lichamelijke Opvoeding behaalde en nog altijd voltijds werkt bij de Spoorwegpolitie werd in De Panne in Plopsaland niet waardig bevonden om tot Sportvrouw van het jaar 2014 te worden verkozen. Wellicht vonden de Franstalige journalisten van het Belgische journaille haar te blank, te eerlijk, te volks en te vechtlustig. De naam van de locatie Plopsaland was dan ook goed gekozen : België is en blijft een groot Walibipark voor waardeloze windhanen.

                                                                                             Hendrik Carette, 16 dec. 2014