KRONIEK

Mijn literair jaaroverzicht

 

 

De werkelijkheid heeft ons in de steek gelaten , het woord is nu aan de literatuur…

                                                                                  Arnon Grunberg, Apocalyps

 

 

Zowel het recalcitrante maandblad Meervoud (jan. 2013, 21ste jrg. Nr. 183) als het deftige kunsttijdschrift Vlaanderen (nr. 345, jaargang 62) publiceerden dit jaar mijn lang gedicht ‘De Duitse ziel’.

*

In de Poëziekrant van juni-juli (jaargang 37, nr. 4) verscheen vooraan ( p. 1) mijn gedicht ‘Onze levende lyriek’ opgedragen aan mijn landsman, de landjonker Benno Barnard.

*

De uitgeverij Vantilt te Nijmegen geeft de Minima Moralia of Reflecties uit het beschadigde leven uit van Theodor W. Adorno. De vertaler is  Hans Driessen die hier niet voor de eerste keer een Duitse filosoof heeft vertaald en dit denken in 153 observaties en overwegingen is zeer rigide. In het nr. 122 getiteld Monogrammen (op pagina 192 en 193 ) komt Adorno uit bij de volgende gedachte : Alleen die gedachten zijn waar die zichzelf niet begrijpen.  

*

Ton Lemaire, de zachte antropoloog die graag hout sprokkelt in het zuidwesten van Frankrijk liet zijn essays en excursies bundelen in Verre velden (Amsterdam : Ambo, 2013). Aangename lectuur, jazeker, maar blijkbaar heeft  hij nog nooit gehoord van Jean Raspail, de Franse auteur van o.m. Moi, Antoine de Tounens, roi de Patagonie  (Parijs: Albin Michel, 1981) ofwel verzwijgt hij deze man moedwillig. Zie hiervoor het hoofdstuk ‘De koning van Araucanië’ (op pagina 244 e.v. ).      

 

*  

 

Zwarte Zon (Nijmegen: Vantilt, 2013) is de titel van het nieuwste boek van Paul Claes die ditmaal de code van de hermetische poëzie decodeert. Het is een boek voor gevorderden, of hoe een geleerde erudiet op een heldere didactische wijze met voorbeelden het hermetisme ontmijnt en daarbij ook nog een schitterende bibliografie

aangeeft : van de Franse abbé Henri Bremond via Sam Dresden en Simon Vestdijk naar Gustav Hocke en Mario Praz. Paul Claes is onze grote geniale Leraar voor wie niets nog in het duister blijft.

*

Het Zeeuwse tijdschrift Ballustrada (jaargang 27, nr. 1/2, p. 90) publiceert mijn somber gedicht ‘Zien en horen in Zeeland’ en ik bezoek het oude historische havenstadje Zierikzee aan de Oosterschelde op Schouwen-Duiveland dat ook door de onvergelijkbare en onvergetelijke Nescio werd bezocht en waar de stilte nog aan de statige huizen hangt.   

*

Omdat ik een groot bewonderaar ben van de rauwe portretschilder Lucian Freud koop ik het boek Ontbijten met Lucian / Een portret van de kunstenaar Lucian Freud van Geordie Greig (Antwerpen: Ludion, 2013) en geniet twee à drie dagen bij het lezen van dit zeer losbandige leven van deze zeer excentrieke meester.

 

*

Bij een bezoek aan mijn versteende geboortestad Brugge kom ik in de drie bekende goede boekhandels binnen (Raaklijn, Demeester, De Reyghere) waar zowaar niet één exemplaar van mijn dichtbundel Een zeemeermin aan de monding van het Zwin (Gent: PoëzieCentrum, 2011) te vinden is… Ofwel waren de tientallen exemplaren al uitverkocht ofwel heeft men deze dichtbundel van een voormalige stadsgenoot niet eens besteld. Onwetendheid? Onachtzaamheid?

*

 

1913 (Amsterdam : Atlas Contact, 2013)  is de titel van het aangenaamste boek van dit lees- en leefjaar en de ondertitel luidt : ‘Het laatste gouden jaar van de twintigste eeuw’ en inderdaad na dit jaar was het gedaan met de pret in Europa. De Duitse auteur Florian Illies bouwde zijn boek omheen de twaalf maanden van dat jaar. Ach, voor elk jaar zou zo’n heerlijk boek moeten bestaan.

*

 

De zeer degelijke biograaf en Duitse boekenschrijver Rüdiger Safranski van wie ik reeds zes boeken bezit heeft weer een nieuw boek op zijn naam. Ditmaal over het Duitse monument Goethe : Kunstwerk des Lebens. Maar hier wacht ik rustig tot de Nederlandse vertaling verschijnt.

 

*

Het tijdschrift Kluger Hans , dat helaas binnenkort ook al weer verdwijnt, publiceert drie van mijn nieuwe gedichten (nr. 18).  Het betreft hier ‘La vie d’un ogre’, ‘Zeven dromen uit die droomfabriek van de archaïsche lyriek’ en ‘The Cleavage’.

*

In Oostende vind ik in de boekhandel Corman het unieke boek over de geschiedenis van mijn geliefde eilandenarchipel De Wadden van Mathijs Deen (Amsterdam : Uitgeverij Thomas Rap, 2013) en verlang meer en meer om de winter van mijn leven aldaar op Vlieland of op Ameland door te brengen. En niet op Texel of op Terschelling.

*

 

In de Mededelingen (nr. 220, 18 november ) van het Centrum voor Documentatie & Reëvaluatie verscheen onder meer mijn kort essay over de vijf jaar geleden overleden dichter Adams onder de titel ‘De torbiede Wilfried Adams’.

*

 

Het eerste nummer van de eerste jaargang van het nieuwe tijdschrift Passage is verschenen. Het ziet er zeer goed uit en zeer degelijk met zeer leesbare en relevante opstellen van Manu van der Aa, Luc Devoldere, Willem G. Westeijn, Marco Daane, Jeroen Vermeulen, Eric Min, Carl de Strycker en Stefan van den Bossche die ook de hoofdredacteur is. De ondertitel van dit blad ‘Tijdschrift voor Europese literatuur & cultuur’ klinkt wel veelbelovend.  Maar er is ook al het eminente tijdschrift Nexus  dat te Tilburg verschijnt waarvan zopas het 65ste nr. verscheen met als thema ‘De universiteit van het leven.’

*

 

Pieter Jan Verstraete vraagt toelating om mijn oud gedicht ‘Een mooie vondst’ , dat eerder in het maandblad Meervoud (nr. 9, sept. 1994) onder de titel ‘De schat van het VNV‘ werd gepubliceerd, opnieuw te mogen afdrukken in het zevende Cahier Staf de Clercq en krijgt de toelating.  

*

In Mechelen in de boekhandel De Zondvloed wordt het nieuwe boek van vriend Benno Barnard voorgesteld door de minzame man Geert Mak die evenals Benno de zoon is van een dominee. In dit boek Dagboek van een landjonker (Amsterdam: Atlas Contact, 2013) noteert Benno (op pagina 184) over mijn gedicht ‘Een vleselijke liefde’ : Geweldige, hexameterachtige verzen, tegelijkertijd opwindend en weerzinwekkend, geil en afstotelijk, Rubens en Magritte…

*

Het Liegend Konijn van Jozef Deleu brengt in het oktobernummer drie evocatieve en narratieve gedichten van mijn bevende hand. Zijn dit uitzonderlijk mooie en scherp verwoorde gedichten? Ik durf het denken. 

 

Nadat de in Brugge wonende haikudichter Herwig Verleyen het graf van mijn moeder Magda Vrielynck op het kerkhof van Brugge (Steenbrugge) heeft opgefleurd en afgeperkt schrijf ik uit dankbaarheid het lange gedicht ‘Een dag uit het leven van Herwig V.’ en plaats daarboven als citaat een vers van Michel Bartosik van wie onlangs het verzameld dichtwerk Schroomruil bij het Poëziecentrum te Gent werd uitgegeven. Mijn gedicht werd nog niet gepubliceerd, maar is te lezen op mijn blog ‘De dichter Hendrik Carette blogt’ die al bijna 5.000 bezoekers kon registreren.

*

 

Na E.L.T. Mesens in Oostende en René Magritte in Brussel breng ik in de maand november een bezoek aan de tentoonstelling Marcel Mariën te Charleroi. De humor en de prettige of erotische provocaties van deze Franstalige Antwerpenaar (collagemaker, cineast, dichter, fotograaf ) konden mij zeer bekoren en ik kocht dan ook zonder aarzelen het boek Le passager clandestin van Xavier Canonne (Anvers : Pandora Publishers, 2013). Zijn mooiste droomgedicht is wellicht ‘Le Canon’ waarin hij droomt dat hij samen met de heilige Theresa van Avila één paar vormt en zijn mooiste uitspraak is voor mij : Tous les Kennedy sont mortels. En voor onze politici : Les Belges n’ont pas de patrie. Ook over zijn reis naar China is hij weer verrassend actueel en zeer gevat: La Chine, c’est une autre planète, une planète froide où il est impossible de se réchauffer.     

*

 

De Frans-Vlaming Wido Bourel die in de Antwerpse Kempen woont heeft weer een nieuw boekje : Broekers in Waterland, Vlamingen in de moerassen van Sint-Omaars. Ik zal het zeker lezen, want ook ik bezocht een paar jaar geleden op een boot deze gekanaliseerde en ingedijkte moerassen.

*

 

Het meest recente boek van Arnon Grunberg is Apocalyps (Amsterdam : Nijgh & Van Ditmar, 2013). Het bevat eenentwintig meestal lange en soms korte verhalen die mij soms ontroeren en schokken. Zou hij de nieuwe Nederlandse Kafka zijn?

*

 

Na de dood van Dominique Venner die als heiden en Europees nationalist op 21 mei voor de Freitod koos aan het altaar in de kathedraal Notre-Dame van Parijs  zoek ik in Brussel vergeefs naar zijn boeken. Censuur bestaat nog altijd en begint in de boekhandels. Uiteindelijk – op instigatie van mijzelf – heeft de Brusselse boekentempel Tropismes dan toch nog zijn allerlaatste boek Un samouraï d’Occident / Le bréviaire des insoumis kunnen aanbieden.

 

*

De Amerikaanse succesauteur Jonathan Franzen vertaalde vier essays en één gedicht van de Weense satiricus Karl Kraus vanuit het Duits in het Engels. Het boek is dan ook een tweetalige uitgave (Duits/Engels) met bovendien diverse verklarende

voetnoten van deskundigen als Paul Reitter en Daniel Kehlmann. Het unieke boek werd uitgegeven onder de titel The Kraus Project (Londen : Fourth Estate/ HarperCollins Publishers, 2013). Het werd tijd dat de elite van de literaire wereld wat meer aandacht kreeg voor deze polemist en redacteur van Die Fackel. Welke grote uitgever geeft opnieuw al de ooit verschenen afleveringen van dit unieke tijdschrift uit? Is dit geen goede onbetaalbare hint voor de grote uitgevershuizen? Met bijvoorbeeld een lange inleiding van George Steiner.

*

 

Niet minder dan drie zeer goede en door mij zeer bewonderde schrijvers als met name Susan Sontag in haar essay ‘De stem van Walser’ uit Waar de nadruk ligt (2002). W.G. Sebald  in ‘Le promeneur solitaire’ uit het prachtige Logies in een landhuis (2012) en ten slotte het essay ‘Robert Walser’ van J.M. Coetzee in zijn uit het Engels vertaalde boek De la lecture à l’écriture (2012) wijden een essay aan de Duitstalige Zwitser Robert Walser die al vanaf 1936 niet meer schreef en twintig jaar later op een besneeuwde Kerstdag in 1936 tijdens een wandeling overleed. Ook Sontag en Sebald zijn al overleden, alleen Coetzee leeft nog in het verre avontuurlijke Australië. En volgens Renaat Ramon en Max Brod werd zelfs Kafka door de verhalen en gedichten van deze lichtvoetige Zwitser gecharmeerd. De boeken en brieven van deze mysterieuze Robert Walser zijn voor mij dit voorbije jaar dankzij die drie auteurs (een lucide Amerikaanse, een verlichte Duitser en een rigide blanke Zuid-Afrikaan die in het Engels schrijft en niet in het zo succulente Afrikaans!) mijn voornaamste literaire ervaring en ontdekking van het jaar 2013 dat al weer bijna tot het verleden behoort. Of om even mijzelf te citeren : De pijl van de tijd zoeft voorbij en valt achter hat achterland.

*

 

Van de grote leer- en vooral leesmeester Jorge Luis Borges vind ik het boek Professor Borges  (New York : New Directions, 2013) ; A Course on English Literature, in 25 avondlessen die Borges gaf van oktober 1966 tot december 1966 in het Spaans in  Buenos Aires. Het boek ontstond uit de transcripties van de opnamen voor studenten die deze lessen helaas niet konden volgen. Met als gevolg dat ik, eeuwige student, vier decennia later nu les kan volgen bij mijn geliefde professor J.L. Borges.

 

*

 

Wie zei het ook weer : Elke dichter is een jood, maar niet elke jood is een dichter. Als fervent kijker en fan van de Frans-Duitse en dus echt Europese televisiezender Arte leerde ik vier à vijf jaar  geleden de stem en het gezicht kennen van de bewogen en gedreven historicus en kunstcriticus Simon Schama. Nu heeft deze echt geleerde man een imposant boek, een magnum opus gemaakt : De geschiedenis van de Joden (Amsterdam : Atlas Contact, 2013);  het eerste deel is ‘De woorden vinden’  en eindigt in het jaar 1492  (het jaar van het Spaanse verbanningsvonnis).

*

De integrale tekst van mijn nieuwe ( achtste) dichtbundel is eindelijk persklaar (na heel veel wissen en wijzigen) en krijgt de sonore maar ook symbolische titel : Vanuit de uiterwaarden…                            

                                                                                            

                                                                                             Hendrik Carette, dec. 2013

                                                                                  vanuit het getto van Schaarbeek