Episch gedicht bij Allerheiligen en Allerzielen

Een dag uit het leven van Herwig V.

 

                                                                                            

                                                                                             Een heiligenleven schrikt mij af

                                                                                                                     Michel Bartosik

 

Om de klok van zes stommelt hij

naar beneden in zijn slobberkleren

en verlaat het pand met zijn volgeladen stolp.

 

Om de klok van zeven stapt hij

op een rode stadsbus

naar Steenbrugge, naar het kerkhof.  

 

Daar plant hij bloemen en planten

in de bevochtigde grafgrond

bij het kruisje van Magdalena Philomena  V.

 

Hij helpt minzaam

een vroege bezoeker  

die zoekt naar een nummer en een naam.

 

En staart heel even

naar een zwarte zwaar ingezonken tombe

met een eeuwige vergunning.

 

Om de klok van elf eet hij een boterham

met kruimels, drinkt buiten een glas bier

en veegt het schuim van zijn paarse lippen.  

 

Zijn dag bij de doden eindigt met het angelus.   

Hij loopt naar de poort, stamelt een zin

van Gezelle en keert terug naar de zwanenstad.   

 

Daar wacht hij dan op de nacht;

haalt een brief uit Canada uit zijn archief

en mompelt langzaam een haiku.

 

Na de dagsluiting vlijt hij zich neer

op een veldbed

waar hij de rust vindt en de zaligheid.

 

Hij gelooft in de goedheid van zijn God

en zijn lot en droomt luid van een graf

aan de haag dicht bij de kerkhofdreef. 

 

Hendrik Carette