in memoriam

De grootste Friese dichter sinds eeuwen  

 

Werd hij in 1949 geboren in Wolvega of in Oudwoude? In Sloten of in Hindeloopen? In Sneek of in Harlingen? Vermoedelijk in Leeuwarden waar hij donderdag 7 maart is overleden. Heer Kanker kiest zijn zieken uit en maait de doden neer. De Friese dichter Tsjêbbe Hettinga was ook nog blind, zoals Homeros en Borges, maar had een prachtige ruige stem om zijn epische gedichten bijna al zingend voor te dragen in de taal waarin hij schreef : het Fries. Nog maar weinig dichters hebben de moed en de overtuiging om in een minderheidstaal als het Fries (of het Afrikaans) te leven, te lezen en te schrijven. Wie ooit de CD bij de dichtbundel Platina de zee van tien jaar geleden (Antwerpen : Atlas, 2003) met als oorspronkelijke titel Fan oer see en fierder (van overzee en verder) heeft beluisterd hoorde een zeer authentieke stem en een taal die wel wat middeleeuws of oergermaans klonk, want het Fries is geen dialect maar een West-Germaanse taal. In deze dichtbundel staat ook het krachtige prachtige gedicht ‘De Krük’ (De Kruik in de vertaling van Benno Barnard). Ook zijn eerdere tweetalige (Fries/Nederlands) bundel Vreemde kusten/ Frjemde kusten van 1995 bij dezelfde uitgever en met dezelfde vertaler was voor velen een aangename overrompelende leeservaring of  lectuuravontuur. De bundel werd uitgegeven met steun van de Provincie Friesland of mei stipe fan de Proninsje Fryslân en vooraan plaatste deze Friese bard een paar woorden als een slogan van de al even romantische dichter J. Slauerhoff : Wat een leven!

En zonder te overdrijven of al te dweperig te worden kan ik hier gerust schrijven Wat een poëzie! Het lijkt mij moeilijk om hier een voorbeeld te geven van de bijzondere sfeer en de zwaar geladen klankkleuren van deze meeslepende ijzersterke verzen, maar ik zal toch een poging doen en citeer enkele verzen uit het titelgedicht ‘Frjemde kusten’ zowel, in het frisse Fries als in het koudere Nederlands:

            Oerenlang doal ik troch it havenkertier,

Drink yn ‘e dokkroegen: ûnder de dekmantel

            Fabn nacht en neon befarre rossige

Froulju de koaien fan it wrakke skip De Wrâld

 

Of gewoon in het moderne Diets :

           

            Urenlang dool ik door het havenkwartier,

Drink in de dokkroegen: onder de dekmantel

            Van nacht en neon varen rosse vrouwen

In de kooien van het wrakke schip De Wereld

 

En dan komt natuurlijk nog de verrassende zin tussen haakjes (Met pooiers aan de pompen die de tranen Hozen).   

 

Kortom : Wie deze dichter leest komt terecht bij een echte (Friese) dichter en kan ook nog zijn levende stem aanhoren.

                                                        Hendrik Carette, Schaarbeek 9 maart 2013