De twaalf beste Nederlandstalige boeken uit het voorbije jaar 2011
(voor elke maand minstens één boek)
Wo nehme ich nur all die Zeit her, so viel nicht zu lesen.
Karl Kraus
Dronken van het leven, Hans Olink, Atlas. Biografie van de vergeten schrijver , journalist en zwerver A. den Doolaard. Zijn leven laat zich lezen als een spannende roman, maar dan geen zinloze saaie roman. Te meer omdat deze man in zijn wilde jaren ook een moord zou hebben gepleegd.
Conversaties,Jan Siebelink, De Bezige Bij. Met een kort voorwoord van Oscar van den Boogaard. Essays van een voormalige leraar Frans over veelal Franse auteurs met een bijzondere vermelding voor de essays over Pierre Drieu la Rochelle, Julien Green, Cioran en de beruchte gebroeders de Goncourt.
Krijg nou de lyriek, Benno Barnard, Atlas. Deze Nederbelg woont al lang in het zuiden van Brabant en heeft al lang bewezen dat hij een goed dichter is en een scherp essayist. In het tijdschrift Nexus (nr. 58, 2011) dat in Tilburg verschijnt staat zijn ‘Lofzang op de taalgrens’. De laatste verrassende versregel van zijn merkwaardige bundel eindigt met het korte imperatief : Bewonder elkaar.
Anna Bijns van Antwerpen, Herman Pleij, Bert Bakker. Anna Bijns was geen papenvreter, maar protesteerde fel tegen het protestantisme en de ketterijen van Luther en Calvijn. Deze biografie beschrijft en benadert het leven en de rijmende verzen van deze felle zestiende-eeuwse dichteres. Het is de liefde die haar had gekwetst. De brandende niet te stelpen liefde.
Bemande essays, H.J.A. Hofland, De Bezige Bij. Deze oude journalist en columnist is de nestor (geboortejaar 1927) van de Nederlandse schrijverij. Hij kan over alles en allen schrijven. Zowel over de Russische revolutie als over de figuur van de legendarische Jacques Gans. Hij ontving dan ook de P.C. Hooftprijs die niet aan iedereen is gegeven.
Het gevaarlijke boek, Christopher Krebs, Spectrum. Uit het Engels vertaald. Over De Germania van de beroemde Romeinse senator en schrijver Cornelius Tacitus en de opkomst van het nazisme in ons machtige (ook nu weer) buurland. Heinrich Himmler droomde in zijn dagboek van dit Latijnse geschrift en de volledige Engelse titel maakt alles duidelijk : A most dangerous book. Tacitus’ Germania from the Roman Empire to the Third Reich.
Dienstreizen van een thuisblijver, Maarten ’t Hart, De Arbeiderspers. In de altijd goede reeks van het Privé-domein werd dit boek verleden jaar al zes keer herdrukt. Anna Enquist wordt ontmaskerd in ‘Een dienstreis naar Göteborg’, want deze echt hollandse nuchtere jongen is altijd open en eerlijk en dus soms zeer geestig en spitant. En hij durft ook soms polemisch te worden en biedt een inkijk tot diep in de realiteit achter de schermen.
Alle gedichten, Jorge Luis Borges, De Bezige Bij. Prachtige verzamelbundel van de allergrootste dichter van de vorige eeuw. Met de originele gedichten in het Spaans afgedrukt naast de vertalingen in het Nederlands. Wie nog nooit een gedicht van deze Argentijn heeft gelezen, weet niet wat de dichtkunst vermag. Bijna elk gedicht is gewoon een literair wonder. Een postmoderne Vergilius.
De Nederlandse maagd, Marente de Moor, Querido. Meeslepende mooie roman over een jonge vrouw uit Maastricht die schermlessen volgt in een kasteel in het nabije Aken bij een Duitse aristocraat (een ex-vriend van haar vader) die haar ontmaagdt en haar alles leert over het floret, de sabel, de degen en de rapier en het mannelijke wapen van de man. Koel en scherp geschreven.
Je moet je leven veranderen, Peter Sloterdijk, Boom. Uit het Duits vertaald door Hans Driessen die ook al Nietzsche heeft vertaald. Deze filosoof van Dietse afkomst slaagt erin om telkens weer een moeilijk boek te schrijven. Een boek voor gevorderden en zoekenden. Vier à vijf bladzijden per dag is meer dan voldoende om niet waanzinnig te worden. Je zou bijna een maand in een klooster moeten leven om notities te nemen of om dit boek traag uit te lezen. Zijn hoofdstuk over de Roemeense in het Frans schrijvende Emil Cioran ‘Boeddhisme in Parijs’ is gewoon geniaal.
Vrede op Ithaca, Sandor Marai, Wereldbibliotheek. Wie ooit zijn onovertroffen meesterwerk Gloed heeft gelezen, begint ook aan zijn andere boeken die alle uit het Hongaars werden vertaald. Een tragische grootmeester uit Midden-Europa die zelfmoord pleegde in 1989 en geboren werd in 1900. De mens is geen gewoon dier en geen goddelijk wezen, maar heeft nog wel een goddelijke vonk in zijn lijf en leden. De geest van Marai heeft dit via zijn pen en zijn stem meer dan eens bewezen. Misschien is dit wel zijn laatste boek dat ook dit keer postuum werd uitgegeven.
Het groteske, Jacques De Visscher, Klement/Pelckmans. De ondertitel : ‘Verschijningsvormen en betekenissen van menselijke excentriciteit’. Wie nu eenmaal wat excentriek is, weet graag wie hij is en hoe hij leeft en zweeft. Deze zwaar onderschatte cultuurfilosoof is altijd aangenaam om te lezen, omdat hij zoveel weet en zo goed schrijft. Elk boek van deze man is een ware verrijking en wordt ook een te bewaren naslagwerk.
Hendrik Carette