Hana wa sakuragi hito wa bushi
Jean Mabire (1927-2006)
Zo luidt het motto dat Jean Mabire in het Japans en in de Franse vertaling bij zijn machtig, onthutsend en schitterend boek Les Samouraï (eerst in 1972 bij Balland te Parijs uitgegeven en nadien in 1987 als pocket nr. 3983 in de reeks ‘Le livre de poche’) ons heeft aangeboden. De Franse vertaling van dat motto dat hier bovenaan staat is : “De même que la fleur de cerisier est la fleur par excellence, de même parmi les hommes, le samourai est l’homme par excellence. » Of door mij in het moderne Diets hertaald : “Zoals de bloem van de kerselaar het mooiste bloeit, zo is ook onder de mensen, de samourai de mooiste mens.”
Vandaag op 29 maart is het exact vijf jaar geleden dat de schrijver – soldaat Jean Mabire (1927 – 2006) in Saint-Malo is overleden. En de ironie van het lot wil dat deze grote Normandiër in het Keltische Bretagne is gestorven. Jean Mabire was tijdens zijn lang en vruchtbaar leven een journalist, een schrijver en als officier (parachutist en patriot) in dienst van zijn vaderland. Hij lanceerde al in 1949 zijn eigen periodiek Viking dat tot in 1955 heeft bestaan. Hij werd eerst onder-luitenant bij het eerste bataillon in Montauban en beëindigde, beladen met diverse decoraties, zijn militaire dienst als reserve – kapitein. Als schrijver kwam hij in 1963 met brio in de Franse letteren binnen met zijn pamfletessay met de mooie titel Drieu parmi nous (en dus niet Dieu, want hier gaat het uiteraard om de Franse fascist en dandy Pierre Drieu la Rochelle van wie onlangs bij uitgeverij Krisis zijn boek Textes politiques 1919-1945 uitkwam) dat bij La Table Ronde verscheen en dat nog in 2002 moest herdrukt en heruitgegeven worden. De onverwoestbaar strijdende Mabire had vier grote onderwerpen of themata die in zijn talrijke boeken, die soms zeer succesrijk waren, liggen verspreid. Hij hield heel veel van zijn Normandië, (geschiedenis, helden, sagen, mythologie en mysteries) met als voorbeeld zijn Histoire de la Normandie (Hachette, 1976, dat herhaaldelijk werd herdrukt). Zijn grote belangstelling voor de militaire geschiedenis. Met hier als voorbeeld La Division Charlemagne (Parijs, Fayard, 1974) een cultboek dat eveneens herdrukt moest worden. Ten derde zijn duidelijke politieke overtuiging die ik nog het best kan omschrijven als een fervente Europese nationalist die de tweede wereldoorlog als een burgeroorlog beschouwde en die zijn voorkeuren en verwantschappen alom en allerwegen durfde te uiten in zijn artikelen en boeken. Hier twee voorbeelden; zijn boek over de advocaat van diverse rechts-nationalistische figuren; Tixier-Vignancour : histoire d’un Français (L’Esprit Nouveau, 1965, heruitgegeven in 2001) en Patrick Pearse, une vie pour l’Irlande (Terre et Peuple, 1998). Ook als romanschrijver was hij actief en publiceerde hij nog vier romans, waarvan er twee werden bekroond en waarvan ik hier één titel geef : Les Paras perdus (Presse de la Cité, 1987). En ten slotte hield onze fascinerende en gefascineerde Jean Mabire ook zeer veel van de zee en het maritieme leven. En ook hier weer één boek Évasions fantastiques (gekozen uit zeven, dat opnieuw niet kon volstaan met één uitgave, maar nog in 2002 werd heruitgegeven als Les Évadés de la mer).
Toch vrees ik dat vele van deze schitterende en hoogst originele boeken hier in Brussel en zelfs in Rijsel of Parijs, zelden of nooit te koop en in elk geval slechts moeizaam te vinden zullen zijn (we kennen de perfide kanalen van het politiek – correcte denken dat vele tentakels heeft). Misschien moeten we daarvoor wel naar het diepe zuiden van Frankrijk naar een abdij of naar een gespecialiseerde boekhandel die deze haast verboden cultboeken wèl durft te verspreiden en te verkopen. Jean Mabire mag dan al vijf jaar dood zijn, mijn bewondering voor deze Frans -Normandische samourai met zijn politiek testament L’Écrivain, la Politique et l’Espérance (1966, 1994 en 1999) wordt almaar groter en groter. Tot ikzelf misschien ooit een Dietse samourai mag en kan worden.
Hendrik Carette