Walvisgedicht

Ode aan het oceanische leven

Op de rug van mijn glanzende bultrug reed ik
als een jonge surfer
op de veel te wilde golven
van een hoog gestegen oceaan.

Mijn balein en ik dreven
lang op het water en doken dan plots
naar de abyssale diepten
waar wij ademden als op aarde.

De zeven continenten waren verzonken
en de zeven wereldzeeën
vormden een nieuwe wijde wereld.

Alleen de koude eilanden van de Aleoeten
en hier en daar een atol bleven bestaan.

Hendrik Carette