Mijn vier vermommingen
Zesenzestig jaar geleden, toen ik al zes jaar was
op de dag van mijn eerste communie
droeg ik een fraai matrozenpakje.
Als zestienjarige en achttienjarige adolescent
droeg ik plots een groen uniformhemd
met daarop een oranje das.
Later tijdens zomerse tuinfeesten
een donkerblauwe zeer burgerlijke blazer
met een dubbele rij gouden of goudkleurige knopen.
Nu draag ik graag een oudmodisch tweed jasje
gemaakt uit Schotse ruwe Shetlandwol
vermomd als arme aristocraat en literaat.
Hendrik Carette